Gebruik
de websites die onder ‘informatiebronnen’ staan. Nu ga je de volgende
opdrachten maken. Lees de opdrachten goed door. Als je iets niet begrijpt, ga
dan eerst naar de leerkracht. Pas als je de opdrachten begrijpt, mag je
beginnen. Schrijf de antwoorden eerst op papier.
-
Hoe ziet de leeuw eruit?
-
Wat is het leefgebied van de leeuw?
-
Hoe verloopt de jacht op voedsel?
-
Wat voor voedsel eet de leeuw?
-
Wat zijn de taken van de mannetjes (leeuwen)?
-
Wat zijn de taken van de vrouwtjes
(leeuwinnen)?
-
Wat doet de leeuw met pasgeboren leeuwtjes
(welpen)?
-
Is de leeuw een bedreigde diersoort? Hoe is de
situatie nu?
-
Zoek plaatjes op die met leeuwen
te maken hebben. Dit mag van het internet, maar je mag ook plaatjes uit
boeken halen of door middel van een zelfgemaakte tekening.
-
Met de informatie die je nu
hebt, maak je een informatieblad voor de politie. Schrijf daarvoor minimaal
één A-viertje vol in Word. De plaatjes of tekening kan je naast de tekst
plaatsen of als voorkant gebruiken van je informatieblad.
-
Vertel in de klas wat je nu
allemaal weet over de leeuw. Hang je informatieblad in de klas.
|
Afbeelding van Ian Lindsay via
Pixabay |