In deze etappe maken we de omgekeerde weg die de trekvogels afleggen in de lente.
Zij trekken in deze periode van het jaar van het warme zuiden naar het noorden.
Maar wij gaan dus in omgekeerde richting.
Alle opdrachten in deze etappe hebben dan ook te maken met vogels.
We beginnen met een woordspelletje, daarna volgt een vogelquiz en tenslotte
een raadsel.
Print eerst het antwoordblad van
stap 2 uit!
Hierop noteer je de antwoorden van de verschillende opdrachten.
Nadien geef je jouw antwoordblad af aan jouw leerkracht.
1) Drieletterwoordjes
We starten met een woordspelletje.
Op jouw opdrachtblad vind je vijf roostertjes.
In elk roostertje moeten verticaal 8 drieletterwoordjes komen.
Horizontaal lees je dan de naam van vijf vogels.
Die vijf namen noteer je op jouw antwoordblad.
Start het drieletterwoordjes-spel!
2) Vogelquiz
Het tweede luik van deze etappe bestaat uit een vogelquiz.
Hierbij moet je telkens het juiste antwoord zoeken.
Verzamel de twee letters die horen bij dit juiste antwoord.
Als je alle letters achter elkaar plaatst, lees je een spreekwoord.
Dit spreekwoord schrijf je op jouw antwoordblad.
Start de vogelquiz!
3) De vier kippen
Bij deze opdracht is het de bedoeling dat je een raadsel probeert op
te lossen.
Je krijgt een aantal gegevens en aan jou om de andere gegevens af te leiden.
Je kan de gegevens verder aanvullen op jouw antwoordblad.
Maak misschien wel eerst een kladblaadje.
Na deze opdracht geef je het antwoord af aan jouw leerkracht.
Start het raadsel van de vier kippen!
Tips
Als je later nog wat meer tijd hebt, moet je zeker de volgende twee
quizzen eens proberen:
Niet eenvoudig, maar zeker de moeite waard!
|