Geboorte
De meeste pinguïns keren
ieder jaar terug naar dezelfde plaats om jongen te krijgen. Sommige zwemmen
duizenden kilometers om er te komen. Ze gebruiken waarschijnlijk de zon als
gids.
Matthijs Scheffer
Als ze dan op land zijn maken ze daar een nest, want de jongen kunnen natuurlijk
niet in het water worden geboren. Voor nesten die op de grond worden gebouwd,
gebruiken de pinguïns allerlei materialen, afhankelijk van wat er voorhanden is.
Gras gebruiken ze
graag, maar als dat niet in de buurt is te vinden, kunnen takjes zeewier, veren
en mos ook dienst doen. In koudere streken groeien vaak geen planten die
geschikt zijn om er een nest van te maken. De pinguïns verzamelen dan stenen als
bouwmateriaal voor hun nest. Sommige pinguïns maken ook een hol in de grond dat
is lekker warm en veilig.
Pinguïnbaby's hebben altijd honger. Hun ouders moeten elke dag vele keren naar de oceaan om voldoende vis te vangen. De ouders voeden hun kuikens soms bijna 1 kg vis per uur. Matthijs Scheffer
Om beurten
naar de zee
Een jonge pinguïn heeft nog geen speklaag en ook het verenpak is niet
waterdicht. Hij kan dus niet het water in. Om de wind te weerstaan heeft hij een
extra dik, donzen verenpak. Als vader op reis is op zoek naar eten, blijft
moeder bij de jongen. Komt vader terug, dan is het moeders beurt om de zee in te
gaan. De ouders brengen in hun krop voedsel mee. Bij het nest braken ze dat op
en kunnen de jongen het papje eten. In de grote kolonie herkennen de pinguïns
elkaar altijd. Meestal aan hun roep, maar ook aan bijvoorbeeld de patronen op
hun buik. Zwartvoetpinguïns hebben zwarte vlekjes op hun buik die bij elke
pinguïn weer anders zijn.
Keizerpinguïn kuikens
De jongen van de
keizerspinguïn komen ter wereld onder barre weersomstandigheden. De vrouwtjes
leggen hun eieren tijdens de koudste maanden van de Arctische winter. Daarna
keren ze terug naar zee. De mannetjes houden de eieren op hun voeten en
bebroeden ze gedurende twee zeer koude maanden. Al die tijd eten ze niet. Om
warm te blijven kruipen ze dicht bij elkaar. Er zijn soms sneeuwstormen met
snelheden van meer dan 150 km per uur, waarbij de temperatuur extreem laag kan
worden. Als de eieren zijn uitgekomen keren de vrouwtjespinguïns terug.
Crèche
Als pinguïnkuikens groter worden, komen ze bij elkaar in een 'crèche'. Vaak met duizenden tegelijk. Dat is lekker veilig en warm. De ouders moeten keihard werken om voedsel te halen voor hun dikke donzen kinderen. Ze weten in alle drukte haar scherp hun eigen jong terug te vinden. Dat herkennen ze aan het geluid! Pinguïns hebben een harde schetterende roep. Bij iedere soort en bij ieder dier klinkt die weer anders. Na een poos raken de jongen hun wollige dons kwijt. Ze krijgen echte veren. Daarna gaan ze allemaal de zee in, zonder hun vader en moeder.
1. Anatomie en leefwijze
Pinguïns vertonen enige gelijkenis met de Alken van het noordelijk halfrond, maar zijn er niet verwant mee.
Ze kunnen niet vliegen. Volwassen vogels hebben geen slagpennen, wel hebben zij nog een kam op het borstbeen. De vinvormige vleugels zijn stijf door het ontbreken van het elleboogsgewricht; zij spelen een zeer belangrijke rol bij de voortbeweging onder water. Pinguïns zijn aan het leven in zee volkomen aangepast. Het lichaam is spoelvormig en bedekt met dicht op elkaar geplante, stijve veren, die een dikke isolerende laag vormen met een glad en glimmend oppervlak, ondoordringbaar voor water en weinig weerstand biedend bij het zwemmen. Zij bereiken een grote snelheid onder water (ca. 40 km/h) en komen (springen) slechts boven water om adem te halen of om aan land te gaan. Over grotere afstanden zwemmen zij vaak in groepen. Op het land kunnen zij zich slechts moeilijk verplaatsen, doordat de poten geheel achter aan het lichaam geplaatst zijn. Zij zijn gedwongen rechtop te staan en met kleine pasjes te waggelen of zich voort te bewegen met kleine sprongetjes. Het voedsel bestaat in hoofdzaak uit inktvissen, garnalen en vis. In de tijd dat zij broeden en ruien moeten zij buiten het water verblijven. Zij teren daarbij – vaak geruime tijd – op onderhuids vet.
2. Soorten en verspreiding
Er zijn zes geslachten met in totaal vijftien soorten. Pinguïns komen alleen voor op het zuidelijk halfrond, nl. in Antarctica, en op de eilanden tussen Zuid-Amerika, Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland (en aan de kusten van deze gebieden). De grootste twee pinguïns, de keizerspinguïn (Aptenodytes forsteri), grootste lengte 120 cm, en de koningspinguïn (A. patagonicus), 100 cm lang, broeden rechtopstaand met het (enige) ei, bedekt door een huidplooi, rustend op de tenen van de poten (andere soorten broeden op meer algemene wijze: zittend op gewoonlijk twee eieren). De broedtijd van de keizerspinguïn bedraagt 62 tot 64 dagen. Het wijfje legt – na het paringsceremonieel in maart – in mei haar ei, juist als de lange poolnacht begint. Het mannetje begint dan onmiddellijk met broeden, terwijl het wijfje – dat dan zeven tot acht weken gevast heeft – naar open zee vertrekt. De kolonie mannetjes vormt, dicht opeengedrongen, grote troepen om zoveel mogelijk warm te blijven in de ijzige poolwinter. Door het voortdurende vasten verliezen zij ca. een derde van hun gewicht. Als het ei uitkomt kan het mannetje het jong toch nog twee dagen voeren met een secreet uit de krop; dan is het wijfje inmiddels, dik en vet, teruggekeerd en neemt zij de verzorging van het jong over. Nu zoeken de mannetjes het open water op.
De kleinste soort is de dwergpinguïn (Eudyptula minor), 40 cm lang, een soort die zich ophoudt en broedt aan de kusten van Australië en Nieuw-Zeeland.
Magelhaen pinguïns in de zoo zwemmen in een schijn-migratie naar nergens.
De magelhaen pinguïns in de San Francisco Zoo zwemmen uren aan een stuk baantjes
in een schijn-migratie onder leiding van 6 nieuwkomers.
"Ze zijn volledig de kluts kwijt", zegt hun oppasser Jane Tollini.
De 52 dieren van de Amerikaanse dierentuin vertonen dit gedrag al sinds kerst.
Tollini zegt zoiets nog nooit te hebben meegemaakt. Ze vermoedt dat de komst van
zes nieuwe pinguïns eind december de oorzaak is.
Deze zwemkampioenen, afkomstig uit het waterdierenparadijs Sea World in San
Diego, sprongen vanaf hun aankomst in het zwembad. Enkele uren na hun komst
begonnen ook de andere dieren fanatiek te zwemmen.
Volgens pinguïn-deskundige Christina Slager waren de andere pinguïns zeer
nieuwsgierig, hadden ze de nieuwkomers uitvoerig bestudeerd en begonnen ze al
snel het zwemgedrag te imiteren.
Ze zijn zo vastbesloten dat zelfs het leegpompen van het 40 m lange en 12 m
brede zwembad hen niet kan tegenhouden. Toen dierenverzorgers voor het eerst het
zwembad leegpompten voor zuivering sprongen de pinguïns er gewoon in en liepen
op de bodem hun rondjes.
Tollini verwacht dat alles terug normaal zal worden in februari. Dan start het
nieuwe broedseizoen en worden de dieren hopelijk instinctief teruggelokt naar
hun holen.
Bron:
Planet Ark
en San Francisco Zoo
meer
webkwesties op:
www.webkwestie.nl