Joan van
Scharphuizen werd in januari 1689 benoemd tot gouverneur van Suriname.
Van Scharphuizen was zelf eigenaar geweest van een plantage. Hij wist hoe
belangrijk het was op een plantage genoeg mensen te hebben, die kunnen
werken.
Een groep Nederlandse kolonisten, die naar Suriname was gestuurd om op
de plantages te werken, zorgde voor problemen.
In de tweede helft van de
17de eeuw schreef Van Scharphuizen hierover een brief aan de Sociëteit
van Suriname.
Lees onderstaand stuk uit de brief. Welke groep Nederlandse kolonisten
was geen succes voor het werken op de plantages? Waarom niet?
"De verbannen bedelaars doen hier zoveel
kwaad onder de slaven en andere ambachtslieden dat het als een bederf voor
de kolonie is, daarom verzoek ik dat zulk soort mensen niet meer hierheen
gezonden mogen worden."
|
De wapens van Suriname, Bernard Picart, 1720
Afbeelding van: https://www.rijksmuseum.nl
|