Olaudah
Equiano behoorde tot de Ibo-stam in het koninkrijk Benin aan de westkust
van Afrika. Toen hij 10 jaar oud was, werd hij verkocht als slaaf en
vervoerd naar Noord-Amerika.
Equiano trof het in vergelijking met de andere slaven goed, leerde Engels
en werd al vrijgelaten toen hij nog maar eenentwintig was. Alles wat hij had
meegemaakt zette hij op papier. Het werd een bijzonder boek. Het was
namelijk geschreven door iemand, die zelf slaaf was geweest.
In onderstaand fragment kom je meer te weten over hoe Equiano slaaf werd.
Welke manier om in de slavernij te belanden noemt Equiano?
"Op een dag, toen al onze mensen zoals
gewoonlijk naar het werk waren gegaan en alleen ik en mijn lieve zuster
thuis waren gebleven om op het huis te passen, klommen twee mannen en een
vrouw over onze muren en zij grepen ons onmiddellijk vast voordat wij de
kans kregen om te schreeuwen of om ons te verzetten, snoerden zij ons de
mond en zij renden met ons het dichtstbijzijnde bos in. Hier bonden zij onze
handen vast en zij bleven ons dragen zover als zij konden, tot de zon
onderging en wij een klein huis binnengingen voor voedsel en om de nacht
door te brengen."
Equiano was geen uitzondering. Meer Afrikanen waren op deze manier tot
slaaf gemaakt. Geef een verklaring voor het toepassen van deze praktijken.
Bron 2.2.a Bron 2.2.b Bron 2.2.c |
Olaudah Equiano (Essaka, ca.1745 – Londen, 31 maart 1797),
ook bekend als Gustavus Vassa, was een achttiende-eeuwse koopman en
schrijver van Afrikaanse afkomst die in Groot-Brittannië en de Britse
kolonies leefde.
Hij was een belangrijk abolitionist.
Afbeelding van: https://commons.wikimedia.org |