De
afbeelding toont: Slavendansfeest, P. J. Benoit Gedurende de 18de en 19de eeuw stelde de koloniale overheid met betrekking
tot danspartijen verschillende plakkaten op. Hieronder volgen verschillende
fragmenten van plakkaten uit de 18de en 19de eeuw. Lees de fragmenten door en
beantwoord de volgende vragen:
- Wanneer en onder welke voorwaarde werden danspartijen voor het eerst
beperkt toegelaten?
- Welke conclusie kun je trekken uit de herhaalde bepalingen, die
danspartijen slechts beperkt toestond?
Plakkaat uit 1741:
Het is alle slaven en slavinnen verboden overdag
of 's avonds bijeen te zijn, om te praten, te lopen of te baljaren (dansen).
Het is elke blanke toegestaan dergelijke slaven te slaan en uiteen te doen
gaan.
Plakkaat uit 1759:
Aangezien het Hof van Politie en van Justitie
bemerkt heeft dat de slaven, ondanks een aantal verboden, toch clandestien
bijeenkomen om te baljaren, heeft het Hof besloten:
Dat slaven buiten Paramaribo mogen baljaren, mits dat gebeurt met toestemming
van hun meesters. De meesters zijn verplicht de officier van justitie hiervan
door een briefje op de hoogte te brengen.
Plakkaat uit 1784:
Geen plantagebediende mag toestaan dat slaven
(...) bijeenkomen, vooral niet bij baljaren. Maximaal vier maal per jaar mag
aan de slaven van een plantage baljaren worden toegestaan.
|
De 'Doe' of een groot slavenfeest
Afbeelding van:
See page for author [Public domain] |