Op 28
april 1832 was de landbouwkundige M.D. Teenstra in Paramaribo aanwezig bij een
dansfeest van slaven.
Tijdens dit feest hoorde Teenstra enkele slavinnen een lied zingen. Lees de tekst van dit lied en beantwoord de volgende vragen:
Welke informatie geeft dit lied je over of slaven de slavernij wel of niet
accepteerden?
Waarom is dit een bijzondere bron?
Ik ben in een tuin geweest
Ik hoorde een historie
Hebt gij oren, hoor deze historie:
Ik ben gelijk de Courant,
Ik zal het ruchtbaar maken,
Hoort wat ik u vertel:
Het Surinaamse land
Is gelijk een krabbenhol
Dat maar één gat heeft;
De zaken gaan als een krab,
Het land is een krab zonder hoofd
Niets loopt recht, alles loopt scheef.
Het land der blanken is goed,
Het is gelijk een konijnenhol,
Het heeft vele gaten;
Suriname heeft maar één gat,
Waar wij niet uitkunnen,
Men houdt ons gevangen. |