W.R.
baron Van Hoëvell was als liberaal tussen 1848 en 1862 lid van de Tweede
Kamer. Op 18 december 1854 hield hij onderstaande toespraak.
Om welke reden bepleit Van Hoëvell de afschaffing van de slavernij?
"Ik blijf volhouden dat de slavernij in
Suriname, de wijze waarop zij wordt gehandhaafd en de behandeling van de slaven
een schandvlek is voor Nederland. Het is ieders plicht om alle wettige middelen
aan te grijpen om daaraan een einde te maken. Er moet gehandeld worden, want
elke dag die verloopt, is een dag van naamloos wee en lijden."
|
Afbeelding van:
http://www.dbnl.org |