Tekst
bij de afbeelding:
Om de marrons beter te kunnen bestrijden werd in 1772
het Korps Zwarte Jagers opgericht. De koloniale overheid kocht 300 betrouwbare slaven.
Deze werden als aparte strijdgroep tegen de marrons ingezet.
De zwarte jagers werden ook wel roodmutsen genoemd, naar de rode muts die ze
droegen.
Zij kregen naast hun loon een premie voor gevangen weglopers.
Na hun diensttijd werden de roodmutsen in vrijheid gesteld.
Het Korps Zwarte Jagers bleek zeer effectief in de strijd.
Het waren trouwe soldaten die successen boekten waar koloniale troepen
faalden. Stedman prijst hun kracht, constitutie, activiteit en
doorzettingsvermogen.
Eén Redimoesoe prefereert hij boven zes Europeanen op de expedities
in het Surinaamse bos. De afgebeelde militair is een toonbeeld van
kracht en zelfverzekerheid. Hij is afkomstig van het plaatsje
Coromantin aan de Westafrikaanse Goudkust. |