Vele
slaven in Suriname ontvluchten de plantages waar zij werken. Zij worden ‘weglopers’
of marrons genoemd. Omstreeks 1771 stichten enkelen van hen het dorp Buku. De nederzetting wordt echter ontdekt door een militaire patrouille, die er
ook een tekening van maakt. We zien het dorp door een ‘swamp’ (moeras)
gescheiden van een militair kamp en omringd door bosgronden. Na een manmoedig
verzet wordt het dorp veroverd. Volgens de overlevering roepen de vluchtende
weglopers dat hun dorp “Mi sa lasie” (“ik mag verliezen”) heet. Deze
naam staat ook op de kaart.
Tekst bij de afbeelding:
In 1772 belegerden de koloniale troepen Boekoe. Boekoe
was een vesting van de marrons. Onder op de tekening staat het kamp van de
zwarte jagers. In het midden is een weg door het moeras afgebeeld. Op de
achtergrond is de vesting getekend. Na een lange belegering werd Boekoe
ingenomen.
De afbeelding hiernaast is gemaakt door J.F. de Frederici. Deze luitenant
voerde het bevel over het Korps Zwarte Jagers.
Welke informatie geven de tekening en de toelichting over het succes van de
koloniale troepen in hun strijd tegen de marrons?
|