Onderdelen
|
Uitstekend
|
Goed |
Matig/Onvoldoende |
Informatie
verzamelen
10 punten
|
Jullie
hebben verschillende soorten informatiebronnen geraadpleegd. De
geraadpleegde bronnen hoorden duidelijk bij jullie opdracht.
|
Jullie
hebben één soort informatiebron geraadpleegd. Niet alles van die
informatiebron kon je gebruiken bij jullie opdracht.
|
Veel
van de geraadpleegde bronnen waren overbodig of hoorden niet bij de
opdracht.
|
Werkstuk
20 punten
|
Jullie
werkstuk bevatte de voorgeschreven hoofdstukken die in de juiste volgorde
aan bod kwamen. Elk hoofdstuk werd ruim voldoende belicht. Plaatjes en
tekeningen worden goed gebruikt zodat alles nog duidelijker wordt.
|
Jullie
werkstuk bevatte de voorgeschreven hoofdstukken. De volgorde klopte niet
overal. De informatie bij sommige hoofdstukken was te beperkt. Er worden
te weinig plaatjes en tekeningen gebruikt.
|
Jullie
werkstuk bevatte niet de voorgeschreven hoofdstukken. Jullie sprongen
van de hak op de tak en de informatie klopte vaak niet. Er worden
nauwelijks of geen plaatjes en tekeningen gebruikt.
|
Spreekbeurt
20 punten
|
Jullie
presentatie bevatte de voorgeschreven hoofdstukken. Elk hoofdstuk werd
ruim voldoende belicht. De presentatie was duidelijk en voor iedereen goed
te begrijpen. Het spreektempo was goed. Jullie vertelden aan de hand van
een schema met sleutelwoorden. Het gebruik van de materialen was goed.
|
Jullie
presentatie was goed. Sommige hoofdstukken hadden jullie wat
uitgebreider kunnen bespreken. Wat verteld werd was duidelijk te volgen.
Het spreektempo was meestal goed.
Jullie
maakten maar weinig gebruik van het schema met sleutelwoorden. Het
gebruik van de materialen was voldoende.
|
Jullie
presentatie was rommelig. Je sprong van de hak op de tak.
Wat
verteld werd was moeilijk te volgen.
Het
spreektempo was hakkelend of te vlot.
Jullie
maakten geen gebruik van een schema met sleutelwoorden. Er werden
nauwelijks of geen andere materialen gebruikt.
|
Taalgebruik
20 punten
|
Jullie
gebruiken taal die voor andere kinderen goed te begrijpen is. Bij het
werkstuk zijn er geen spelfouten en de zinnen en alinea’s kloppen.
Jullie gebruiken hoofdletters, punten en komma’s.Bij de spreekbeurt
formuleren jullie goed
|
Jullie
gebruiken taal die meestal voor andere kinderen goed te begrijpen is. Af
en toe maak je gebruik van ingewikkelde zinnen of vergeet je stukken van
een zin. De spelling is niet altijd correct. Leestekens ontbreken soms.
De zinnen zijn niet altijd correct geformuleerd.
|
Jullie
gebruiken taal die voor andere kinderen veel te moeilijk is of die
jullie letterlijk uit een bron hebben overgenomen. Er zijn veel
spellingsfouten en slechtlopende zinnen. Jullie gebruiken nauwelijks of
geen leestekens. Het formuleren bij de spreekbeurt is matig.
|
Samenwerking
20 punten
|
De
taken waren heel goed verdeeld.
Er
was goed afgesproken wie wat wanneer klaar zou hebben,
Er
werd op tijd en goed met elkaar overlegd.
|
De
taken konden beter verdeeld zijn. Niet iedereen deed evenveel.
De
afspraken over wie wat klaar moest hebben, waren onduidelijk.
Het
overleg had beter gekund.
|
Onduidelijk
was wie wat zou gaan doen.
Er
waren geen afspraken gemaakt wanneer iets klaar moest zijn.
Overleg
was er nauwelijks of jullie konden het maar niet eens worden.
|
Lay-out
van werkstuk
10 Punten
|
De
vormgeving is perfect. De verhouding tussen tekst en beeld is goed
verdeeld.
|
Ziet
er aardig uit, maar sommige delen hebben geen plaatjes; andere weer te
veel.
|
Er
staan te weinig / te veel plaatjes in.
|