Criteria |
Onvoldoende |
Voldoende |
Goed |
Aantal
argumenten op papier |
Minder
dan 6 argumenten (voor en tegen) per stelling. |
6
argumenten per stelling. |
Meer
dan 6 argumenten per stelling. |
Niveau van
argumenten |
Zwakke
argumenten. Argumenten slaan soms nergens op. |
Normale argumenten. Duidelijk geformuleerde argumenten met inhoud. |
Sterke
argumenten. Onderbouwd met voorbeelden. |
Argumenten
ingebracht |
Geen
tot weinig argumenten ingebracht. 0 tot en met 2 argumenten. |
Een
redelijk aantal argumenten ingebracht. 3 of 4 argumenten. |
5
of meer argumenten ingebracht. |
Reactie op
argumenten |
Geen
tot weinig reactie op andermans argumenten. 2 keer of minder
gereageerd. |
Normaal
aantal reacties op andermans argumenten. 3 a 4 keer. |
Veel
reactie op andermans argumenten. Meer dan 4 keer. |
Taalgebruik |
Slecht
taalgebruik, onduidelijke zinnen, vage woorden etc. |
Normaal
helder taalgebruik met goed lopende zinnen. |
Goed
taalgebruik met soms moeilijke maar duidelijke woorden. |
Overtuigingskracht |
Argumentatie
overtuigt niet tot nauwelijks. |
Argumentatie
is geloofwaardig. |
Argumentatie
is zeer geloofwaardig. |
Houding |
Niet
oplettend, ongeïnteresseerd luisteren en spreken tijdens het debat. |
Normale houding.
Oplettend en geïnteresseerd meedoen aan het debat. |
Zeer
oplettend en geïnteresseerd meedoen aan het debat. |
Teamspirit |
Nauwelijks
afspraken gemaakt in het team wie welk argument inbrengt etc. |
Duidelijke
afspraken over de rolverdeling in het team. |
Team
is erg goed op elkaar ingespeeld. |