Bron 1.3.e

Marten Douwes Teenstra werkte in de eerste helft van de 19de eeuw enkele jaren in Suriname. Hij trok zich het lot van de slaven aan. Teenstra werd tegenstander van de slavernij en schreef in 1842 'De negerslaven in de kolonie Suriname en de uitbreiding van het christendom onder de heidensche bevolking'.
Hierin beschrijft hij ook hoe de blanke Surinaamse bevolking denkt over de negers:

"Wat de beschaving betreft, heeft het Ethiopische ras de minste vorderingen gemaakt en staat op de laagste trap van de nu bestaande mensheid. En ook hiertoe behoren de Negers, welke naar Suriname als slaven gebracht zijn. De Neger is grover van huid, en, zowel zedelijk als lichamelijk, minder gevoelig dan een Blanke; zijn haar komt nader aan dat van de dieren, gelijk ook de platte neus met wijde neusgaten en zijn gezwollen lippen. De schedel komt meer in overeenstemming met die van de apen; zijn geestesvermogens zijn stomper en zijn genoegens uitsluitend dierlijk."

Hoe rechtvaardigen blanke Surinamers volgens Teenstra de slavernij?

 


Afbeelding van: Beeldbank Groningen [Public domain]

Terug Bron 1.3.a Bron 1.3.b Bron 1.3.c Bron 1.3.d Bron 1.3.e


 Vorige Start Terug

Nog een WebQuest / WebKwestie doen?
Surf naar www.webkwestie.nl

Heeft u op- of aanmerkingen?
Zijn er websites of weblinks die niet werken?
Stuur een mailtje naar de webkwestiemakers
Klik daarvoor hier.