Slaven
die van hun plantage weggelopen waren, werden marrons genoemd. De weglopers
vestigden zich in het oerwoud. Hier probeerden zij een nieuw bestaan op te
bouwen. Ze woonden in dorpen en verbouwden allerlei gewassen. Deze hoofdvraag vertelt je meer over de verhouding tussen de marrons en de
koloniale overheid. Door op de drie deelvragen te klikken, kom je te weten hoe
die verhouding lag. Beantwoord eerst één voor één de deelvragen alvorens de
hoofdvraag te beantwoorden.
De illustratie toont: een marronhoofdman, P.J. Benoit
7.1 Hoe werden de marrons bestreden? 7.2 Hoe succesvol was de strijd tegen de marrons? 7.3 Waarom sloten de marrons en de koloniale overheid vrede?
|
Uit: voyage à Surinam van P.J. Benoit |