Gebruik bij het maken van de taken het werkblad.
Ga naar Taak 1, Taak 2,
Taak 3, Extra taak 1 of
Extra taak 2.
Taak 1: de preek van de dominee
Stap 1: Lees bron 1, 2 en 3.
Stap 2: De dominee zegt twee dingen over slaven. Welke
twee? Zijn dat feiten of meningen? Welke argumenten gebruikt hij?
Stap 3: Vat de kern van de preek samen in één zin. Deze
zin kun je straks gebruiken in je brief (zie taak 3).
Stap 4: Eeuwenlang is slavernij gewoon geweest, ook in
de tijd van het Oude en het Nieuwe Testament. Er staat in de Bijbel dan
ook nergens dat slavenhandel
verboden is. Wel staan er veel regels over hoe je met slaven om moet
gaan en hoe slaven zich horen te gedragen. Lees bron 4 tot en met 8.
Stap 5: Noteer drie regels die gaan over een goede
omgang met slaven. Geef bij elke regel jouw mening met een argument
waarom je de regel goed vindt. Deze zinnen kun je straks gebruiken in je
brief (zie taak 3).
Stap 6: Wat vind jij (als christen) in de 21ste eeuw van
slavernij? Geef je mening en noem twee argumenten. Deze zinnen kun je
straks gebruiken in je brief (zie taak 3).
Taak 2: de slavenhandel van de WIC
Stap 1: Je komt in deze taak een aantal moeilijke
woorden tegen. Maak de opdracht ‘Woordenschat
slavernij’.
Stap 2: Bekijk eerst de andere twee filmpjes van:
Stap 3: Wat weet je nu al van het onderwerp slavernij?
Stap 4: Maak de tijdbalk (zie werkblad). Je kunt de
informatie vinden op:
Stap 5: Lees de volgende acht vragen. Op welke vraag (of
vragen) wil jij graag antwoord hebben?
-
Hoe kwam het dat de Nederlanders slaven uit Afrika gingen vervoeren naar
Suriname?
-
Hoe werd je van vrij Afrikaan tot slaaf in
Nederlands eigendom?
-
Hoe verliep de overtocht?
-
Hoe was het leven als slaaf in Suriname?
-
Hoe dachten slaven over de slavernij?
-
Hoe werden slaven vrij?
-
Wat was de verhouding tussen de Marrons en de koloniale overheid?
-
Hoe kan Nederland zich met het slavernijverleden verzoenen?
Stap 6: Klik hierboven op de hoofdvraag van jouw keuze. Je krijgt
steeds deelvragen. Noteer op je werkblad de hoofdvraag en de deelvragen. Verzin
er nog een extra deelvraag bij.
Stap 7: Werk nu de deelvragen af.
Stap 8: Noteer tenminste drie feiten of meningen met argumenten uit deze
bronnen die je kunt gebruiken voor je brief aan de dominee (taak 3).
Tip 1: Kijk bij infobronnen naar nog meer links over dit onderwerp. Er zitten interessante
en mooie sites bij!
Tip 2:
Test
je kennis over slavernij nog eens. Weet je inmiddels meer?
Taak 3: jouw brief
Stap 1: Besef dat je de brief schrijft in het jaar 1660,
ruim 200 jaar voordat de slavernij wordt afgeschaft. Jouw mening is
waarschijnlijk erg bijzonder voor die tijd. Zorg dat je zo overtuigend
mogelijk overkomt.
Stap 2: In taak 1 en taak 2 heb je een aantal argumenten verzameld voor
je brief aan de dominee. Welke argumenten wil je verwerken in je brief?
Stap 3: Schrijf je brief. - Begin met je aanleiding: de preek en wat je
daarvan vond. - Geef in het middenstuk je duidelijke mening met
argumenten. - Schrijf in het slot wat je vind dat er moet veranderen.
Schrijf je brief met pen in een net handschrift (in 1660 hadden ze nog
geen computer, wel een ganzenveer en inkt).
Stap 4: Controleer je brief. Kijk bij beoordeling
waar je op moet letten.
Stap 5: Lever je brief in bij je docent. De opdracht is klaar!
De extra taken hieronder zijn keuzetaken voor wie meer over dit
onderwerp wil weten.
Extra taak 1: slavernij nu
De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis: het slavernijverleden. In 2003 is er een monument
onthuld en 2004-2005 stond in Zeeland in het teken van het slavernijverleden.
Bekijk de sites die daarover gaan. Zie bij infobronnen.
Extra taak 2: slavernij beleven
Er zijn jeugdboeken geschreven die spelen in de tijd van de slavenhandel. Als je
deze verhalen leest, kun je je nog beter inbeelden hoe het toen was. Het
bekendste verhaal is natuurlijk 'De hut van oom Tom', dat ook verfilmd is. Kijk
bij infobronnen naar de lijst met titels. Je kunt deze boeken natuurlijk ook
lezen voor je literatuurdossier.
|