Tekstfragmenten
Bron 2: een stukje van de preek
‘Noach had dus drie zonen: Sem, Cham en Jafeth. Uit deze drie zonen zijn alle
volken van de aarde voortgekomen. Cham, dat is Kanaan, is de stamvader van alle
zwarte mensen. Zoals wij net hebben gelezen sprak Noach een vloek uit over Cham,
omdat hij aan zijn twee broers had verteld dat Noach naakt was in een dronken
bui. De vloek hield in dat Cham en zijn nakomelingen knechten, ja zelfs de
minste van alle knechten zouden zijn.
Kijken we nu naar de nakomelingen van Cham, de inwoners van Afrikaanse landen
als Congo, Angola, Guinea, Monomotapa, Bagamidri enzovoort. Is daar niet altijd
slavernij geweest? De vloek door Noach uitgesproken treft de nakomelingen van
Cham nog steeds. Zij zijn verdoemd tot eeuwige slavernij. Daarom ook mogen wij
ze tot slaaf maken.’ [Bron]
Bron 3: nog een stukje van de preek
‘Hoe moeten wij dan omgaan met slaven? We lezen dat in Spreuken 29 vers 19 en
21: ‘Je brengt een slaaf geen discipline bij met woorden, hij begrijpt ze wel,
maar stoort zich er niet aan. Wie zijn slaaf vanaf zijn jeugd verwent, krijgt
uiteindelijk met een rebel te doen.’
Sommigen beweren dat de slaven op onze Surinaamse plantages slecht worden
behandeld. Het strenge optreden van de opzichters wordt dan echter verkeerd
begrepen. Zoals we net hebben gelezen heeft een slaaf niets aan woorden of
verwennerijen. Het leidt tot ongehoorzaamheid. Wij doen er dus goed aan de
slaven streng te behandelen, indien nodig zelfs met stokslagen.’
Terug naar taak 1.